Wanneer de meeste mensen een voorstelling maken van hun droomhuis, denken ze meestal aan een groot, luxe en duur vakantiehuis ergens op een onbewoond eiland dat honderdduizenden euro’s kost. Toen Steve Areen aan het bouwen van zijn droomhuis dacht, dacht hij alleen maar aan het vinden van $9,000 en een plaats om zijn huis te bouwen. Hij kreeg het voor elkaar om het geld bij elkaar te krijgen en vond een mooi plekje om zijn droomhuis neer te zetten en in een paar weken bouwde hij het vakantiehuis van zijn dromen, in het midden van Thailand.
Steve had slechts 6 weken nodig om zijn droomhuis neer te zetten.
Met de hulp van een Thaise vriend, zijn schoonzoon’s metselvaardigheden en een hoop werk, boekte het team snel vooruitgang.
Steve mocht in de bossen van een vriend zijn huisje bouwen.
De basisstructuur kostte $6,000.
In Thailand zijn materialen goedkoper, maar het blijft verbazingwekkend om te zien hoe ze dit voor elkaar kregen.
De extra details en meubels in het huis kostte nog eens $3,000.
Het hele huis kostte $9,000.
Het heeft bloed, zweet en tranen gekost, maar dan heb je ook wat!
Het is het allemaal waard geweest.
Het huis ziet er niet alleen cool uit, het is ook ongelooflijk dat je met zo weinig geld iets moois kunt bouwen.
Ze hebben cement, klei en andere natuurlijke materialen gebruikt om het huis te bouwen.
De perfecte plek om te relaxen.
Stel je eens voor dat je hier ligt…
Met uitzicht op een exotische tuin.
Door het vele licht wordt het huis een met de natuur.
Buiten heeft Steve een trapje gemaakt zodat je naar boven kan klimmen.
Binnen is het accent gelegd op natuur.
Douchen midden tussen de plantjes.
De wasbak is gemaakt van bamboe.
Elke dag voelt hier als vakantie.
Kan ik hier alsjeblieft voor een paar maanden heen?
Hajjar Gibran, de vriend die Steve heeft geholpen om zijn plan te realiseren, heeft een eigen bouwbedrijf. Het is ze gelukt om in korte tijd met zo weinig geld een prachtig huis neer te zetten waar iedereen jaloers op is. Deel dit artikel met anderen en laat ze ook versteld staan. Knap werk, jongens!
Bron: Steve Areen